Van de dagen: Het Woord

Arcadisch Woordenboek...

zondag, mei 22, 2005

Woord 113



botsen




Van de nieuwe poëzie vielen mij in de afgelopen tweeëneenhalf jaar vooral de debuten van Neeltje van Beveren, Tsead Bruinja, Geert Buelens en Joep Kuiper op. Kuiper is voor mij het meest oorspronkelijke talent van de vier. Zijn Monarchieën (2003) lijkt nergens op, hetgeen voor een debutant soms een compliment is. De bundel is onconventioneel, humoristisch en lekker dwars van taal, zonder in maniertjes te vervallen. Van Van Beverens Alles voor de vorm (2003) kan dat laatste nog niet zonder voorbehoud gezegd worden, met de (te?) vele onaffe en bewust ontsporende zinnen die erin voorkomen. Enige (redactionele) indamming zou bij een volgende gelegenheid de kracht van het effect zeker vergroten. Iets vergelijkbaars geldt voor Bruinja. Hij durft in Dat het zo hoorde (2003) verschillende stijlregisters en ritmes opzichtig te laten botsen, maar deze dichter zou, vooral voor wat betreft zijn neiging heftig bedoelde beelden op elkaar te stapelen, bij wat meer terughouding gebaat zijn. Het meest volwassen debuut van de laatste jaren is dat van Buelens, die in Het is (2002) liever de taal dan de dichter aan het woord wil laten. Buelens’ precieze aandacht...

Vindplaats: "Ontijdig panorama: de poëzie van nu" bij Thomas Vaessens
Woorduitleg: botsen/tegen (in) elkaar klappen

Woord 113 - botsen - 22/05/2005





Powered by Blogger