Woord 440
Maar vijfentwintig jaar later treffen Hermans’ apodictische uitspraken over ‘de mens’ hem allereerst als pompeus. Pathetisch, jeugdig en absolutistisch, maar bovenal een teken van somberheid en eenzaamheid, zoals Alfred Issendorf in Nooit meer slapen somber is en zichzelf in de ellende wil drukken. In 1949 las Hermans de ‘Tractatus’ van Wittgenstein en raakte erdoor gefascineerd. De ‘Tractatus’ werd geschreven door een jonge man, die meende met dit werk de filosofische problemen te hebben opgelost. Het is geschreven door een absolutist. Hermans was achtentwintig toen hij getroffen raakte door dit boek, en het was een blijvende liefde. Naast de ‘Tractatus’, en later de ‘Philosophische Untersuchungen’, was het ook Wittgenstein zelf die Hermans fascineerde: zijn genialiteit, de zelfmoord van drie broers, zijn interesse voor machines, logica en natuurwetenschap en bovenal het puntige van zijn stijl. Bovendien was Wittgenstein, evenals Hermans, bezeten van de vraag: wat is waarheid?
Vindplaats: Thuissite Willem Frederik Hermans
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home