Woord 756
Do 26/4/2007 – Woord 756 – wandel
Een fatsoenlijk geklede baviaan kwam me halen, vergezelde me door een neiuwe reeks gangen, deed me beleefd een lift binnengaan, rees met mij hogere sferen tegemoet, bracht me tot voor een deur, klopte, stak zijn hoofd binnen, brabbelde iets, en ik mocht binnengaan. Het heiligdom bleek een ruime kamer te zijn, met imposant bureau en dito meubelen. Het opperhoofd sprak vloeiend Nederlands, drukte me de hand, zag er blozend en welvoldaan uit, verzocht me te gaan zitten, haalde geen koekjes en koffie boven, maar bladerde bedachtzaam in een lijvig dossier dat later bleek over mijn gang en wandel te handelen. Nu heb ik altijd wel geweten dat ik een zeer belangrijk personnage was, waarvan tenminste 1 x per week een handeling, een doordacht gebaar, een al of niet uitgesproken diepzinnige gedachte ten behoeve van de latere schoolgaande jeugd, diende te worden vastgelegd.
Vindplaats: de biografie van Mark Braet
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home