Woord 685
Monniken kwamen er in de eeuwen daarna achter, dat de karper uitstekend gekweekt kon worden in vijvers en een prima bron van voedsel was op de vastedagen. Zij waren het die de vis samen met het christelijk geloof een grote verspreiding over Europa gaven. Met zekerheid vanaf 14e eeuw kwam de karper ook in ons land, in kloostervijvers voor. Verwilderde nakomelingen van daaruit ontsnapte karpers worden wilde of boerenkarpers genoemd. In de loop van deze eeuw werd de karper niet langer zuiver en alleen als vis voor de pan gezien, maar werd ook steeds interessanter.
Vindplaats: De karper bij het Vissertje
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home