Van de dagen: Het Woord

Arcadisch Woordenboek...

vrijdag, juni 24, 2005

Woord 146



vermetel




En zijn leerlingen luisterden naar zijn lied en leerden de stemme herkennen uit het vaderland. Op hun beurt stemden zij de snaren van hun taalinstrument... En toen gebeurde het wonder.
't Dichtte al dat lepel lekte, getuigt Verriest.
Hendrik van Doorne behoorde niet tot de uitverkorenen die Gezelle als poësisleraar mochten hebben zoals Eugene Van Oye, die eenmaal de Johannesrol in Gezelles christen-vlaamse dichtschool aangeboden kreeg.
Maar gedurende zijn laatste schooljaar leidde de ex-poësisleraar de Vlaamse Lettergilde en op 23 februari 1860 werd Van Doorne als lid opgenomen.
Op 1 juni schrijft de Heer ende Meester een geestdriftige brief aan Van Oye: "We hebben een nieuwen schoonen dichter ontdekt in den hierby gesloten Hendrik". Is het toeval dat Van Doorne omtrent die tijd in de lettergilde een gedicht heeft voorgelezen dat als titel "De Stemme" draagt?
En is het vermetel in dit stuk een aanleiding te zien voor Gezelles parabel "De taal van het Vaderland"? Verbonden met het kleingedichtje "Als de Ziele luistert" werd deze parabel twee jaar later in "Gedichten, Gezangen en Gebeden" opgenomen. En het is niet de minste verdienste van Van Doorne dat hij samen met Verriest en Van Oye de publikatie van deze bundel mogelijk gemaakt heeft.

Vindplaats: Hendrik K.E. Van Doorne herdacht te Poeke.
Woorduitleg: vermetel/overmoedig, roekeloos

Woord 146 - vermetel - Vr 24/06/2005





Powered by Blogger